Kleur: Kleurrijk
Stijl: Lyrisch abstract
Techniek: Gemengde techniek
Al op 16-jarige leeftijd volgt Léopold Plomteux een artistieke opleiding in het St-Lucas Instituut te Luik. Tijdens de Duitse bezetting hervat hij in 1940 zijn kunstopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Luik. Daar krijgt hij van Auguste Mambour de klassieke academische opleiding.
In 1946 breekt hij als kunstenaar definitief. Eigen aan de tijdsgeest zoekt hij als jonge kunstenaar naar een nieuwe vormentaal. De plaats van de dingen, de vormen en de kleuren in de composities. Zijn experimentele zoektocht leiden hem naar de abstractie. Samen met streekgenoot Collignon ontleedt hij de figuratieve elementen en plaatst hij ze in een nieuw verband. Uit hun gemeenschappelijk zoeken naar een nieuwe vormentaal ontstaat de groep “Realité”. Het is de eerste Belgisch groep na de Tweede Wereldoorlog die abstracte kunstenaars, zoals Léopold Plomteux, Pol Bury en Georges Collignon, samenbrengt.
Meningsverschillen binnen de groep “Realité” leiden in 1952 tot het ontstaan van de groep “Art Abstrait” dat in 1952 de promotie van de abstracte kunst in België verderzet. Hij raakt er bevriend met Jo Delahaut. Tijdens deze periode komen de abstracte composities van Léopold Plomteux tot volle wasdom.
Gedurende de jaren ’60 is het werk van Plomteux in Los Angeles, New York en Napels te bezichtigen. Met kunstenaar Freddy Beunckens richt hij in 1968 het “Atelier d'expression libre de Flémalle-Haute” op. Vrije kunstexpressie is eigen aan de turbulente laatste jaren ’60.
Hij is medeoprichter van het “Centre Contemporain d’Art Wallon” en wordt er in 1983 gedelegeerd bestuurder. Léopold Plomteux blijft bovenal schrijven, dichten, schilderen en tentoonstellen. Gedurende zijn ganse carrière blijft hij trouw aan de levendige abstractie, dat hij zich eigen heeft gemaakt.
Werken van Léopold Plomteux zijn terug te vinden in het Musea voor Schone Kunsten in Brussel en Luik.