Kleur: Zwart-wit
Stijl: Lyrisch abstract
Techniek: Pentekening oost-indische inkt op papier
Deze toonaangevende kunstenaar leerde de eerste beginselen van het tekenen aan de Sint-Lucas in Brussel, vervolgens de Academie van Brussel en later aan de Academie voor Schone Kunsten van Sint-Joost-ten-Node. Door een longontsteking wordt hij tijdens zijn legerdienst opgenomen in de militaire hospitalen van Luik en Brussel. De 22-jarige Gaston raakte er dermate gefascineerd door de monumentale architectuur van deze gebouwen. Het vormde de kiem voor zijn latere abstracte werk, waarin architectuur en interieur centraal staan.
In juli 1945 was hij - naast onder meer Anne Bonnet, Louis Van Lint, Jo Delahaut, Marc Mendelson en René Barbaix – stichtend lid van de groep ‘La Jeune Peinture belge’ in juli 1945) en nam hij deel aan alle tentoonstellingen van de groep. ‘La Jeune Peinture Belge’ ijverde voor een zo autonoom mogelijke schilderkunst. Toch bleef het werk van Bertrand uit deze periode nog hoofdzakelijk figuratief.
Eind jaren ’40 evolueerde hij van animisme naar een persoonlijke geometrische abstractie. In In deze periode ontstaat zijn zoektocht naar het artistieke reduceren en decanteren. Het is een langzaam proces waarbij de monumentale werkelijkheid haar essentiële zelf en betekenis in enkele lijnen en kleurvlakken terugvindt. De werken zijn nuchter en verfijnd. De kunstwerken getuigen van een architecturale observatie en precisie, of het nu gaat om een ??portret of een metrostation in Parijs, zoals ‘Direction Clignancourt VIII’uit 1966.
Van 1956 tot 1962 gaf hij les aan het Sint-Lucas in Brussel. Onder meer Luc Mondry en Boris Semenoff waren zijn leerlingen.
Zijn oeuvre neemt een belangrijke plaats in binnen de ontstaansgeschiedenis van de Belgische naoorlogse lyrische abstractie en zijn in het bezit van het Mu.Zee, het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten van Brussel en Antwerpen, het Museum voor Actuele Kunst (SMAK) en het Musée de l'Art Wallon in Luik.