Kleur: Sober
Stijl: Lyrisch abstract
Techniek: Oost-indische inkt op papier
De schilder en beeldhouwer Paul Renotte geniet zijn opleiding aan de Academie voor Schone Kunsten in Luik, waar hij tussen 1954 en 1966 ook les zal geven.
In 1928 neemt hij deel aan de tentoonstelling van het surrealisme in Brussel en verhuist kort daarna naar Parijs, waar hij in de surrealistische kringen van Sadoul, Unic en Aragon vertoeft. Hij ontdekt er een ongeziene vrijheid voor creatie en komt tot volle ontplooiing. Hij werkt mee aan het tijdschrift “La Révolution Surréaliste” en is medeoprichter van de groep “Écrivains et Artistes Révolutionnaires”.
Bij zijn terugkeer in 1932 is de staking van de mijnwerkers in de Borinage uitgebroken. Het betekent het begin van zijn politieke inzet van meer dan twintig jaar. Als verkozene voor de KP en Schepen voor Cultuur in het naoorlogse Luik (1946-1952) is hij een fervent voorvechter voor de kunst voor het grote publiek en hekelt hij de commercialisering van de kunst. Politieke actie en creatieve vrijheid zijn één.
Na de Tweede Wereldoorlog kiest hij als kunstenaar resoluut voor de abstractie. Abstracte kunst is voor Renotte een spiegel van vooruitgang en het tijdperk van het atoom. Kunst reproduceert niet, maar geven ons telkens weer nieuwe inzichten en syntheses. Hij verdedigt de abstracte kunst met vuur in zijn gekende werk “L’art est une chose importante” uit 1957.
Aanvankelijk zijn de abstracte werken van Renotte geometrisch, vanaf 1957 kennen de werken een vlotte en lyrische toets. In zijn woning in Tignée, in het land van Herve, laat hij zich verleiden tot kleurrijke abstracte composities. Helder van licht en met intens van kleur.
Werken van Paul Renotte zijn terug te vinden in het Museum voor Waalse Kunst te Luik.